“Wij Turken weten niet wat een corrigerende tik is. Of we negeren die en
lopen door, of we slaan die dood neer.”
Een uitspraak van een working class man aan het begin van de protesten.
Hij steunt de protesten maar is bang dat het uit de hand zal lopen.
In de middag van vrijdag 31 mei zat ik op een terras in de Halaskargazistraat, voor de deur van mijn tandarts
te wachten op mijn afspraak. Een man in
de dertig, korte broek, rugzak, met een A4-tje in zijn hand met daarop de
tekst, ‘artık yeter,
herkes Geziye’, Het is genoeg geweest, iedereen
naar Gezi. Met een glimlach op zijn gezicht liep hij sjokkend richting
Taksim. Het was hetzelfde terras waar een week eerder een bejaarde man tussen het
racende verkeer zwalkte, de hitte kwam uit de woestijn van Libië, zeiden de meteorologen. Net toen hij
dreigde flauw te vallen rukte een van de dames op het terras hem van de weg af.
Er werd hem thee en brood aangeboden. Het was van honger en dorst dat de man
bijna was flauwgevallen.
De protesten zijn al tien
dagen gaande en het is vele malen groter geworden dan die eerste man op dat
moment kon hopen. En zoals jullie ook al weten zijn er doden gevallen, de
politie heeft onnodig veel geweld gebruikt. De pers heeft het laten afweten en Erdoğan wil nog steeds niet begrijpen waarom men protesteert. De
protesten beheersen het leven van ieder in Istanbul en heel Turkije, het oproer
beheerst zelfs de beurzen. Waar ik woon gonst elke avond een vibe die je naar
de straat roept. De eerste paar dagen werd je daarvoor gestraft met de pepperspray
die zelfs Nişantaşı had bereikt, tussen Beşiktas en Taksim, op de looproute van
de demonstranten. Het pannenprotest is de afgelopen dagen veranderd in een feest
met koekenpannenorkest. Voor een groep
verveelde, welgestelde Istanbuliers, zoals in Nişantaşı, Etiler en Bebek, is dit een weer eens een ander soort vermaak, origineler,
vergelijkbaar met thema parties als sensation white. Zelfs de Kelebek, de glossy bijlage van de krant
Hürriyet, staat bomvol
van sociolytes en bekende Turken die zich in het Gezipark en in de buurt van
Taksim begeven. En als ze in de bekende shopping malls of gewoon op straat met hun
geliefde worden gespot, zijn ze verongelijkt waarom ze niet in Taksim of Gezi
zijn gefotografeerd. Zo zijn er
veel mensen daar om te kunnen
zeggen ´I was there,’ zoals bij Woodstock in 1969. Maar als het ertoe leidt dat
er zo nog meer mensen op de been worden gebracht, dan heiligt het doel de middelen.
Als ik de social media en
sommige buitenlandse verslaggevers moet geloven is er een revolutie gaande en
vraagt men om het aftreden van Erdoğan. Al is dit
gevoel de laatste dagen aan het temperen. Ik heb geen moment geloofd dat de protesten een revolutie teweeg kunnen brengen
en dat Erdoğan de
boodschap zomaar zou begrijpen. Waar het
goed voor is geweest blijkt uit wat een protesterend meisje zei: ´Ik heb met
mensen gepraat, en voel me met hen verbonden,
die ik anders in dagelijkse leven zou vermijden, ik zou het andere trottoir
nemen als ik ze ‘s nachts zou tegenkomen”. De protesten hebben mensen bij elkaar
gebracht, al is het tijdelijk, die elkaar anders zouden ontwijken in een stad waar
de een in een gated community leeft en de ander uit armoede zijn wijk zelden
verlaat. Dat is trouwens in de geschiedenis van Istanbul niet anders geweest. Alleen
liggen afkomst, religie, etniciteit en sociale klasse anders dan vijftig jaar
geleden.
En nu, na tien dagen van
pijn en ellende maar ook van vreugde en hoop, is de vraag wat er gaat gebeuren.
Vandaag, 6 mei, hoorde ik mensen op
straat elkaar vragen wanneer Erdoğan, die in Noord-Afrika is, terugkomt. Ze spraken over
hem alsof over een familielid, of je dat nou wil of niet, je kiest je familie
ook niet. Tien dagen geleden hoorde je eigenlijk alleen maar verhitte
telefoongesprekken over geld, leningen en kredieten op straat. En dat laat ook
meteen zien waarom er niet snel een revolutie zal uitbreken. Ik hoef er volgens
mij niet veel woorden aan vuil maken dat sinds Erdoğan aan de macht is het de economie
voor de wind gaat, dat weet iedereen. Dat is een van de redenen waarom Erdoğan de motieven achter de protesten niet begrijpt. Hij begrijpt het
niet, hij denkt: ‘ik heb jullie voorspoed gebracht, en jullie ondankbare honden
protesteren tegen mij en maken me uit voor tiran. Jullie zedenloze…’ ja, ik ga
het ook gebruiken, çapulcular,
‘plunderaars’. Erdoğan ziet hen
als de opstandige, ongewenste kinderen die hij moet temmen. Aan het begin van
de protesten zei ik tegen mijn upper middle-class vrienden dat deze protesten
van een heel lange adem moeten zijn wil het misschien een beetje invloed hebben
op Erdoğan en
zijn consorten; voor ze het begrip democratie, dat ze graag en vaak gebruiken,
ook gaan toepassen op andersdenkenden. En om nog een reden moeten de protesten een
lange adem hebben: Erdoğan komt
van heel ver, hij is het soort Turkse man, een baba, dat voor zijn mensen zorgt en werkt, die waar nodig
rechtvaardig is, maar altijd volgens zijn condities, vanuit zijn visie en zijn
raamwerk. Treed je daarbuiten, dan krijg je straf. Dus vrienden, wees niet
verbaasd als hij niet meteen zijn excuses aanbiedt en toegeeft.
Ik hoop dat het geen
revolutie wordt, want het zal geen revolutie maar chaos worden. Er is nog geen
goede oppositie die het vaandel kan overnemen en het land van uitersten dat
Turkije is, bij elkaar kan brengen. Sol,
links, zal proberen de seculiere status quo te hervatten. Zoals Europa na de Tweede
Wereldoorlog en vanaf de migraties in de jaren zestig op zoek ging naar haar christelijke, joods-christelijke
achtergrond en die wil handhaven, is dit land op zoek naar haar islamitisch-seculiere
roots. Het is nog heel pril.
Waar ik op hoop is dat dit
protest ertoe bijdraagt om Erdoğan en daarmee de islamitische vijftig procent van de
stemmers - laat ik niet zeggen te overtuigen maar op zijn minst te laten inzien
dat er een andere vijftig procent bestaat en dat dit land ondanks de
islamitische roots ook andere invloeden en manieren van leven heeft gekend, en nog
steeds en opnieuw kent. Zoals een van de protesterenden zei, een antikapitalistische
islamist, we kunnen met een ayyaş, dronkaard, leven maar niet met iemand zonder geweten.
Laat ik maar zeggen dat zoals Europa aan het christelijke ook het joodse heeft
toegevoed, Turkije zijn seculier-islamitisch-christelijk-joodse identiteit zal moeten
accepteren. Al zal dat een precair evenwicht blijven, net als in Europa, nu
daar de Islam is verschenen. Er is nog
een lange weg te gaan. En ik hoop ook dat die andere vijftig procent, zoals dat
ene meisje heeft gezegd, niet meer op de andere helft zullen neerkijken of hen
ontwijken als ze elkaar op straat tegenkomen. Want laten we eerlijk zijn, het
woord capulcu heeft hen misschien een
beetje gekrenkt, maar ze hebben de zelfverzekerdheid, hen door de geschiedenis
gegeven, dat ze er ook mee kunnen spotten en, zoals jullie op de social media
kunnen volgen, er creatief mee aan de haal kunnen gaan. De andere helft, de
mensen van Erdoğan baba,
hebben dit tot op het bot gevoeld, want zij hebben die zelfverzekerdheid niet, zij worden nog steeds
gezien als die mensen die voor kömür,
voor steenkool in hun kachel, hun stem aan de AKP hebben gegeven, en daarmee
ook hun ziel. Zij, vinden ze zelf, hebben die luxe niet. Zoals een taxi chauffeur tegen me zei,
het is allemaal mooi en aardig maar door de protesten verdien ik bijna niets
meer, het gaat ten koste van mijn brood. Mensen die om hun brood moet vechten
moet je niet boos maken, en dat weet Erdoğan.
Ik hoop dat het protesterende
midden en de upper middle-class volhoudt, en ik hoop ook dat de mensen om Erdoğan heen die zijn respect hebben en
wier opinie hij belangrijk vindt, hem kunnen overtuigen om hieruit lering te
trekken. Want van die protesterende zedenlozen zal hij het niet aannemen. Dat
de Turkse media en journalisten hun vak gaan bedrijven en ook het lef van de protesterende
jongeren gaan tonen . Mijn vurige wens is dat nog meer gewonden en doden worden
voorkomen. Laten we hopen dat dit een omwenteling
wordt die leidt tot acceptatie in de hoofden
van andersdenken en anderslevenden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten