Kent Amsterdam zijn eigen verhalen wel?
De slager in
Geuzenveld weet dat ik, Guido, met een Turkse ben getrouwd, en omdat ik zijn enişte,
zijn ‘zwager’ ben, krijg ik altijd het beste vlees. Of negatief geformuleerd,
hij waagt het niet mij taai vlees te geven..
En
ik, Nurnaz, betaal op de Noordermarkt grif 5 euro voor een tros druiven van
Nederlandse bodem omdat die als enige de smaak en zachtheid benadert van die
uit de wijngaard van mijn jeugd in Turkije, en volgens de officiële
terminologie ben ik trouwens geen Turkse maar een allochtoon. Daarom klamp ik
me vast aan mijn Amsterdamse ik.
Wij,
een gemengd Amsterdams stel, doen boodschappen op de Noordermarkt en in
Geuzenveld, brengen ons kind naar zwemles langs de Sloterplas en naar muziekles
aan de Lijnbaansgracht, en gaan naar de tandarts in Zuidoost. We laten onze
auto repareren in Osdorp, onze zoon gaat naar school op de gracht, en als de
zon schijnt genieten we van een kop koffie in Noord..
Op
de Noordermarkt eten we appeltaart, volgens kenners de beste van de stad, die
gebakken wordt door een Marokkaanse. In Geuzenveld doen we boodschappen omdat
je er verse groente krijgt voor een goede prijs. We kozen voor zwemles in het
Sloterparkbad omdat iemand ons vertelde dat de instructeur, Hindoestaan, een
gave had om met kinderen te werken. Voor muziekles aan de Lijnbaansgracht omdat
het er cool is. Voor de tandarts in Zuidoost omdat het historisch zo gegroeid
is, en omdat het een gewoonte is om daarna een broodje bacalao te eten, ook al
is dat met je net gereinigde gebit niet heel handig. Osdorp omdat de monteur,
een Turk, altijd snel een oplossing weet. Noord vanwege de paar minuten op de
pont, met de meeuwen in het kielzog, omdat we vandaar naar onze stad kunnen
kijken en mijmeren en ons inwoners van een grote stad kunnen voelen. En
binnenkort gaan we weer langs de banketbakkers op zoek naar de beste oliebollen
van de stad, die we als dessert serveren voor ons jaarlijkse diner voor
post-islamitische zielen zoekend naar beschutting in de kille kerstnacht.
Kent
Amsterdam zijn eigen verhalen wel genoeg? Veel mensen uit onze eigen kring,
vaak zelf helft van een gemengd stel, herkenden zich in het Amsterdam en de
personages die we beschrijven in onze roman, over een gemengde liefde in onze
stad. Het andere deel, ook uit eigen kring, vroeg zich af of Amsterdam wel zo
gemengd is. Voor hen is Amsterdam een stad van gescheiden werelden die elkaar
af en toe kruizen.
Wie
heeft er gelijk?
Het
leven in Amsterdam – om er vat op te krijgen wordt er maar al te vaak gegrepen
naar quotes, of statistieken, zoals die recente van het CBS, dat vier van de
vijf Turken en Marokkanen binnen de eigen gemeenschap trouwt. En je kunt daar
je eigen statistiek, ook van het CBS, tegenover stellen: dat er in gemengde
huwelijken minder echtscheidingen voorkomen dan in niet gemengde. Maar ons gaat
het niet om de cijfers of de statistieken.
Ons
fascineert dat er twee zulke uiteenlopende belevingen van de stad zijn. De een kan naast de ander bestaan omdat men dat
andere Amsterdam, het onze, als men elkaars wegen heeft gekruist gewoon weer
achter zich kan laten, alsof het slechts een tijdelijk bezoek gold.
Maar
neem Londen, dat zich al vanaf de jaren tachtig kan spiegelen in een stroom
films, tv-series en romans over het gemengde leven, niet als een paradijs, maar
gewoon, als decor, als realiteit van de stad. Ook in die Londense verhalen is
gemengde liefde natuurlijk geen garantie voor geluk. Dat te verwachten zou te
simplistisch zijn. Liefde laat zich niet calculeren. Maar het is wel onze realiteit.
En met ons van velen.
Daarom:
een jaarlijks terugkerende dag voor gemengde stellen, in de Jordaan? Met
smartlappen op de Noordermarkt, met appeltaart, onder die prachtige kerk waar
de dominee vast ooit heeft geroepen: twee geloven op een kussen, daar slaapt de
duivel tussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten